Nasi goreng
Ingrediënten
Method
- Kook 1 dag van te voren de 500 gram rijst zodat dit kan drogen.
- Maak de 2 sjaloten, ½ prei, 2 spaanse pepers en 5 teentjes knoflook schoon en snij deze in kleine stuken.
- Snij de 2 speklapjes in stukken en doe hierna een scheut zonnebloemolie in een Wok pan.
- Zodra deze op temperatuur is bak je de speklapjes en zodra deze gaar is voeg je de sjalotten en de uitgeperste knoflook eraan toe.
- Wanneer de sjalotten glazig beginnen te worden voeg je 1 theelepel trassi er aan toe.
- Meng dit goed door het gerecht en voeg nu de prei en spaanse peper en de optionele 75 gram julienne wortel aan het geheel toe.
- Bak dit ongeveer een minuut mee waarna je de rijst er aan toevoegt.
- Roerbak de rijst ongeveer 5 min. minuten goed om waarna je op gevoel de sojasaus eraan toevoegd.
- Als laatste voeg je de 2 eieren aan het gerecht toe je roerbak je dit door het gerecht.
Rendang (variant 1)
Ingrediënten
Method
- Snijd de sukadelappen in blokjes en kruid ruim rondom met peper en zout. Verhit een flinke scheut zonnebloemolie in een stevige stoofpan en bak hierin het vlees rondom bruin (eventueel in porties).
Boemboe
- Maak de sjalotten en knoflook schoon en snijd grof. Schil de gember en laos en snijd dit ook in stukjes. Maak de rode peper schoon en snijd ook in stukken. Snijd het witte stuk van 3 stengels citroengras in heel dunne ringetjes. Doe dit allemaal samen met de overige ingrediënten in een ruime mengkom van je keukenmachine/blender en voeg wat zonnebloemolie om tot alles tot een smeuïge boemboe te malen. Breng op smaak met zout en peper.
Rendang
- Doe de boemboe bij het vlees in de pan en bak zo'n 5 minuutjes mee. Voeg vervolgens het kruidnagelpoeder en de geraspte kokos toe en bak ook even mee. Voeg vervolgens alle overige ingrediënten voor de rendang toe behalve de stengel citroengras, en breng op smaak met zout.
- Plet de stengel citroengras met een stevig mes en snijd eventueel in de lengte in (vanaf de onderkant). Doe dit bij de rendang in de pan, roer alles goed door elkaar en stoof zo'n 3 uur met deksel (roer regelmatig) en het laatste half uur zonder deksel tot een mooie dikke en bijna droge rendang.
Rendang (variant 2)
De ingrediëntenlijst liegt er niet om, maar volg dit recept stap voor stap, en je hebt een gerecht dat je gerust kunt serveren aan de meest trotse Indo. Rendang is een typisch geval van volgende dag het lekkerst, een dag (of twee) van tevoren maken is aan te raden.
Ingrediënten
Method
- Verwarm de oven voor op 160 ºC en rooster de kemirinoten ca. 10 minuten. Maak een boemboe door de de uien, knoflook, gember, laos, rawits, koriander, kaneel, komijn, kukurma, kemirinoten en kruidnagel te vermalen in een keukenmachine. Je kunt hier ook een vijzel voor gebruiken, dat is goed voor je spierballen.
- Verhit zonnebloemolie in een braadpan met dikke bodem. Bak hierin het vlees rondom aan tot het mooi bruin is. Doe dit in delen, als je te veel vlees in de pan doet, wordt het niet goed bruin. Zet het vlees apart.
- Verhit nog wat olie in de pan en fruit hier de boemboe in aan tot deze geurig is, ca. 2 minuten. Wel goed blijven roeren zodat het niet aanbrandt. Doe het vlees terug in de pan en voeg kokosmelk toe, samen met net zo veel water tot het vlees onder staat.
- Leg een knoop in de citroengrasstengel en voeg deze toe aan de pan, samen met de kaneelstokjes, djeruk purut, daon salam en tamarinde. Breng op smaak met zout, niet te veel, je kunt dit later altijd nog meer toevoegen. Breng het mengsel aan de kook en draai het vuur lager zodat het zachtjes pruttelt. Laat de rendang nu ca. 2-3 uur zonder deksel opstaan, tot het helemaal is drooggekookt. Als het te snel droogkookt kun je wat water toevoegen, zodat het niet aanbakt. En natuurlijk af en toe roeren.
- Snijd de santen en voeg deze toe aan de rendang samen met wat water (ongeveer een glas). Doe de geraspte kokos in een droge koekenpan en op middellaag vuur. Blijf de kokos goed roeren tot deze goudbruin is. Voeg de kokos toe aan de rendang en laat nog ca. 10 minuten sudderen.
- Proef de rendang en breng eventueel op smaak met zout. Het vlees moet iets uit elkaar vallen als je je vork er in steekt, maar niet zo ver door zijn dat het echt draadjesvlees is.