Doe 125 gram roomboter in een pan en roer tot deze op middelhoog vuur smelt. De boter moet sissen en schuimen voordat hij goudbruin wordt en een rijke, geroosterde geur afgeeft. Giet de (buerre noisette) boter in een kom. Zet de kom 10-15 minuten in de koelkast of vriezer om af te koelen.
Zodra de buerre noisette (boter) is afgekoeld, haal je deze uit de koelkast of vriezer. Voeg vervolgens de 100 gram basterdsuiker en 50 gram kristalsuiker toe. Meng de suikers door de boter tot ze goed gemengd zijn.
Voeg nu 1 ei op kamertemperatuur, 1 theelepel vanille extract en 1 eetlepel slagroom toe aan het mengsel. Meng alles tot het goed gemengd is.
Doe in een andere kom de 220 gram bloem, ½ theelepel baking soda en ½ theelepel bakpoeder en meng ze door elkaar. Voeg vervolgens het mengsel van droge ingrediënten toe aan de rest van het beslag. Spatel de droge ingrediënten voorzichtig door het droge beslag totdat er een deeg ontstaat.
Voeg nu de 180 gram chocoladechips of gehakte chocolade toe aan het beslag en spatel deze er voorzichtig doorheen.
Zet het koekjesdeeg in de koelkast en laat het minimaal 2-3 uur afkoelen.
Hierna verwarm je de oven voor op 180 °C en doe dit ongeveer 10-15 minuten voor het bakken. Verdeel het koekjesdeeg in gelijke porties en leg ze op een bakplaat bekleed met bakpapier, met wat ruimte ertussen. Bak op 180 °C gedurende 18-22 minuten. De koekjes moeten nog iets te gaar zijn en de randen moeten goed zijn als je ze uit de oven haalt.
Laat de koekjes afkoelen zodat ze steviger worden. Serveer ze met een glas koude melk en smullen maar.
