Kook de avond of de ochtend ervoor de aardappels 6 – 8 minuten (afhankelijk van hoe groot ze zijn) voor in gezouten water. Giet af en laat de aardappels nog 5 minuten droog stomen op laag vuur met de deksel op de pan. Schud af en toe met de pan. Haal de aardappels uit de pan, laat ze iets afkoelen en pel daarna de schillen eraf. Bewaar de aardappels afgedekt in de koelkast tot ze goed koud zijn.
Verhit een grote koekenpan met antiaanbaklaag en bak de spekjes tot ze mooi uitgebakken zijn. Schep uit de pan, maar laat het vet achter.
Bak hierna de uienringen met een snufje zout circa 5 minuten in het vet. Voeg ook een klontje boter toe. Schep uit de pan en voeg bij de spekjes.
Terwijl je de spekjes en uien bakt, snijd je de gekoelde aardappels in plakjes. Zorg dat ze allemaal ongeveer even dik zijn.
Na het bakken van de ui, schenk je nog een scheut bakolijfolie in de pan. Nu is het tijd om de aardappelplakjes te bakken. Doe dit in delen en leg ze naast elkaar in het vet (dus niet stapelen). Zo krijgen ze aan alle kanten een mooi krokant laagje. Flip ze af en toe om alsof het poffertjes zijn. Als eenmaal alle aardappelplakjes goed gebakken zijn, voeg je alles samen. De gebakken aardappels, ui en spekjes. Bak nog circa 5 minuten terwijl je af en toe omschept en breng daarna verder op smaak met zwarte peper en eventueel nog een snufje zout.
Garneer de Duitse bratkartoffeln eventueel met wat fijngehakte peterselie.